Donation, gift, bestowal, imparting, (act of) giving (up), charity, kindness, distribution of food or of a sacrificial meal, giving in marriage,
Distributor, dispensor;
Possession, share, part, paying back, bribery, adding, dividing, cutting-off, splitting;
Purification, restoring, teaching, communicating;
Rut-fluid, liberality;
Pasture, meadow.
The altruistic donator purifies his wishes and urges with eminent activities.

Donatie, gift, toekenning, meegeven, (daad van) (op)geven, leifdadigheid, naastenliefde, mildheid, verdeling van voedsel of van een offermaaltijd, in huwelijk wegschenken; Verdeler, leveraar;
Bezit, deel, part, terugbetalen, omkoping, optellen, delen, afsnijden, opdelen;
Reinigen, herstellen, onderwijzen, communiceren;
Bronstvloeistof, vrijzinnigheid;
Weide(land);
De onbaatzuchtige gever veredelt zijn wensen en neigingen door hoogstaande activiteiten.